Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Komt den [59]dorstige tegemoet [met] water; de inwoners [60]des lands van Thema zijn [61]den vluchtende [62]met zijn brood bejegend. 59. Te weten den Dedanieten. 60. In woest Arabie gelegen, eertijds den Ismaelieten toekomende. Want Thema was een zoon van Ismael; Gen.25:15. 61. Of, den omdolenden. 62. Dat is, met het brood, hetwelk hij [te weten, de Dedaniet], van node had, opdat hij van honger niet sterven zou, en de profeet noemt het zijn brood [te weten, van den Dedaniet], omdat men schuldig was hem hetzelve in zijnen nood mede te delen, immers wordt hier beschreven de grote nood, waarin de Arabieren zouden vervallen, die vluchtende voor hunne vijanden, zouden genoodzaakt zijn hunne naburen om water en om brood te bidden.